Ronduit

Het team bestaat uit Jan Willem van Gent, Peter de Keijzer, Leon Ebbers, Marlies Houben, René Rosalina en Martin van Wijk. Voor deze editie is René Rosalina geïnterviewd.

Het cement tussen de stenen. Zo karakteriseert René Rosalina zijn ideaalbeeld van een medewerker Buurt, Onderwijs en Sport (BOS). Een beetje zoals hij ook zichzelf ziet in zijn functie als docent/stagecoördinator.

René Rosalina (1956) is naar eigen zeggen een luisteraar. Maar over zijn vak raakt hij niet uitgepraat. De onderwijsman pur sang, na een kwart eeuw groepsleerkracht in het basisonderwijs nu bijna tien jaar docent/stagecoördinator bij de ‘stream’ BOS van CIOS Arnhem, heeft dan ook een missie. Hij wil zijn mbo-studenten een toekomst bieden op de basisschool. “Een vakdocent bewegingsonderwijs, als een basisschool die al heeft, is nu een hbo’er die is afgestudeerd op de Academie voor Lichamelijke Opvoeding. Maar veel basisscholen vinden dat te duur. Ik heb een goedkoper en vaak zelfs beter alternatief. Ik zeg: neem een afgestudeerde BOS’er.”

Veel basisscholen zijn volgens Rosalina niet op de hoogte van de mogelijkheden. “Onze studenten mogen dan na hun opleiding officieel niet bevoegd zijn om als vakdocent op een basisschool te werken, ze zijn wél vakbekwaam. Wanneer je als school iemand zoekt die beleidsplannen schrijft en andere docenten opleidt, moet je een ALO’er nemen. Maar als je iemand nodig hebt voor je gymlessen, die een sportdag en een schoolkamp kan organiseren en contact legt met buurtwerk en sportclubs, ben je bij een BOS-medewerker aan het juiste adres.”

Rosalina, gedreven en strijdbaar als hij is, pleit voor structurele maatregelen en geldstromen. Al lijkt het soms vechten tegen de bierkaai. “Het onderwijs is een log apparaat en de politiek is niet echt gericht op de lange termijn. Want daar hebben we het over: investeren in de toekomst, in de gezondheid van onze kinderen. We moeten er alles aan doen om die in beweging te krijgen en te houden. Anders gaan we de kant op van de Verenigde Staten waar zestig procent van de mensen lijdt aan overgewicht. Met alle ellende én kosten van dien.”

Bovendien, niet alleen de lichamelijke gezondheid heeft baat bij goed bewegingsonderwijs. “Het gaat veel verder. Kwalitatief goed bewegingsonderwijs heeft een positieve invloed op de totale ontwikkeling van het kind. Het krijgt meer zelfvertrouwen, leert samenwerken, ontwikkelt respect voor de ander, verlegt grenzen. Het beïnvloedt je mentaliteit, levenslang.”

Het bewegingsonderwijs in zijn breedste vorm, daarvoor maakt Rosalina zich sterk. En daarin ziet hij een centrale rol weggelegd voor de BOS-medewerker zoals die wordt opgeleid bij

CIOS Arnhem. In zijn ogen is een BOS-medewerker de uitgelezen verbindingsman in de driehoek buurt, onderwijs en sport. “Vanuit de basisschool heeft hij een enorme reikwijdte en invloed op het hele beweegklimaat in en rond de school. Je kunt denken aan ouder-kind activiteiten, oudere zussen en broers die erbij worden betrokken zodat je ook pubers bereikt. Buitenschoolse sportopvang, pleinsport, opa’s die helpen bij het touwtjespringen, clinics van sportverenigingen op school; de mogelijkheden zijn oneindig. Met steeds de BOS-medewerker als spil in de wijk, als het cement tussen de stenen.”

Ooit maakte Rosalina bewust de overstap van groepsleerkracht op de basisschool naar een functie in het bewegingsonderwijs. Hij volgde zijn hart en heeft daar nog geen seconde spijt van gehad. “Het is een drukke baan, maar ontzettend afwisselend. Ik geef theorie- en praktijklessen, ben veel op pad. Bovendien werk ik op maandag nog steeds als coördinator bewegingsonderwijs voor de basisscholen van de Stichting Delta. Ik voel me op mijn plek als verbindingsman. Het cement tussen de stenen, inderdaad.”

Natuurlijk helpt het dat Rosalina behalve onderwijsman ook sportman is. “Ik heb altijd gevolleybald en daarnaast ook gevoetbald, gehandbald, getennist. Drie jaar geleden moest ik stoppen met actief sporten vanwege een chronische achillespeesblessure. Maar sporten zit me in het bloed, heeft me gevormd. Ik zal er dan ook de laatste paar jaar voor mijn pensioen alles aan doen om mijn steentje bij te blijven dragen aan de verbetering van het bewegingsklimaat. Dat is mijn doel.”