Ronduit Rijn IJssel is het digitale personeelsmagazine van Rijn IJssel. Per editie staat een thema centraal. Met dit thema als uitgangspunt informeert Ronduit medewerkers over ontwikkelingen, projecten en activiteiten bij Rijn IJssel. Ronduit verschijnt vier keer per schooljaar. Heb jij een goed idee, interessant onderwerp of leuke activiteit? Laat het ons weten via ronduit@rijnijssel.nl.
Een medewerker van Rijn IJssel Studentzaken vertelt een bijzonder verhaal uit de praktijk
Door: Monique Samsen
Brein heeft een voorkeur voor beelden
Ik neem je even mee terug in de tijd, naar het begin van je schoolloopbaan, naar je tijd op de basis- of lagere school. Je zit weer in de klas en iedereen om je heen is vijf, zes jaar, of misschien negen of tien.
De kans is groot dat je nu vooral herinneringen hebt in beeld. Je ziet de oude landkaarten weer voor je, of de poppenhoek in de klas, de borden met roos, pim, vuur of aap, noot, mies. Als je zojuist als eerste een auditieve herinnering had van je leraar die wat zinnen achter elkaar vertelde, dan behoor je tot een hele kleine groep.
Dat je beelden makkelijker herinnert dan spraak, is omdat je direct kunt kijken zodra je op de wereld wordt gezet. Eerst leer je de omgeving goed in je op te slaan en te ontdekken hoe alles werkt. Daarna leer je pas communiceren. Zodra je roos en pim kunt lezen, heeft ons hoofd al zes jaar lang ervaring met kijken. Het brein heeft om die reden een voorkeur voor het opslaan en terughalen van gebeurtenissen in beeld boven het gesproken woord. Omdat het daar gewoon veel beter in is.
Leren rekenen, leren schrijven, geschiedenis leren. Alles ging vergezeld van beeld toen je jong was, omdat je de taal als kind nog niet zo machtig was. Nu je ouder bent, valt het misschien niet zo op, maar alles gaat nog steeds samen met beeld: reclame, roddelbladen, verkeersborden, zelfs aanwijzingen op apparatuur, zoals op het wasmiddelenbakje van de wasmachine.
Alleen in het onderwijs, daar verandert iets: hoe ouder je wordt, hoe meer je moet leren door naar een docent te luisteren die een uur (of langer!) achter elkaar staat te oreren voor de klas. Dat lijkt misschien logisch omdat we steeds beter kunnen lezen en luisteren maar is het niet. De voorkeur van het brein om herinneringen op te slaan en terug te halen in beelden, die blijft.
Ook op oudere leeftijd leer je namelijk makkelijker door met beelden te werken en kun je je aandacht langer bij de les houden. Door beelden te zien, worden hersengebieden geactiveerd die veel overeenkomsten hebben met zelf uitvoeren. Je maakt je een voorstelling van hoe het zou zijn als je dit echt doet. Daardoor kun je abstracter denken en begrijpen hoe iets in elkaar steekt, net zoals vroeger in de peutertijd.
Als je héél stil bent, dan hoor je daarom al die studentenhersenen een feestje bouwen bij het voornemen van docenten binnen Rijn IJssel om wat vaker digitale hulpmiddelen in te zetten bij het lesgeven. Want digitale hulpmiddelen zijn visueel en ondersteunen het gesproken woord. Dat vinden die hersenen maar wat fijn. De studenten uiteindelijk ook, want zij nemen de stof makkelijker tot zich en halen die op toetsmomenten ook makkelijker terug.
Dat het belangrijk is om als docent nog steeds zelf echt contact te hebben met je studenten, ze te kennen en een band met ze op te bouwen, maakte het volgende voorbeeld me laatst duidelijk. Een student beklaagde zich over wéér een les met YouTube filmpjes: “Als het zo doorgaat, dan hebben we in 2050 alleen nog maar YouTube als docent. Dat lijkt me verschrikkelijk, die praat namelijk niet terug.”
“Ik hoor en ik vergeet
Ik lees en ik onthoud
Ik doe en ik begrijp”
Oude Chinese wijsheid